SV | En zij gingen over de Jordaan, en legerden zich bij Aroer, ter rechterhand der stad, die in het midden is van de beek van Gad, en aan Jaezer. |
WLC | וַיַּעַבְר֖וּ אֶת־הַיַּרְדֵּ֑ן וַיַּחֲנ֣וּ בַעֲרֹועֵ֗ר יְמִ֥ין הָעִ֛יר אֲשֶׁ֛ר בְּתֹוךְ־הַנַּ֥חַל הַגָּ֖ד וְאֶל־יַעְזֵֽר׃ |
Trans. | wayya‘aḇərû ’eṯ-hayyarədēn wayyaḥănû ḇa‘ărwō‘ēr yəmîn hā‘îr ’ăšer bəṯwōḵə-hannaḥal hagāḏ wə’el-ya‘əzēr: |
En zij gingen over de Jordaan, en legerden zich bij Aroer, ter rechterhand der stad, die in het midden is van de beek van Gad, en aan Jaezer.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En zij gingen over de Jordaan, en legerden zich bij Aroer, ter rechterhand der stad, die in het midden is van de beek van Gad, en aan Jaezer.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!